Pensioen in eigen beheer: al jaren een complex dossier voor de Belastingdienst, het Ministerie van Financiën en niet te vergeten de DGA. Sterker nog: staatssecretaris Wiebes heeft zelfs aangegeven dat het pensioen in eigen beheer in de top 20 van problematische dossiers van de Belastingdienst staat.
Vanuit economisch oogpunt brengt opbouw van pensioen in eigen beheer het voordeel met zich mee dat liquide middelen voor de BV beschikbaar blijven voor de onderneming. Daarnaast heeft de pensioendotatie fiscaal gezien een winstverlagend effect, omdat de dotatie als een kostenpost fungeert.
Echter, in de loop van de jaren is het pensioen in eigen beheer door fiscale reparatiewetgeving en door antimisbruikbepalingen steeds minder interessant geworden. Ook speelt mee dat de DGA door de verscherpte regelgeving minder dividend kan uitkeren dan hij zou wensen. Daarnaast is de staatssecretaris van Financiën van mening dat te veel vennootschappen over onvoldoende middelen beschikken om de in eigen beheer opgebouwde pensioenverplichting daadwerkelijk uit te kunnen betalen.
Omdat de staatssecretaris geen toekomst meer ziet in het opbouwen van een pensioen in eigen beheer, is hij voornemens om de faciliteiten (geleidelijk) af te schaffen. Voorlopig zijn de volgende twee oplossingsrichtingen bespreekbaar gemaakt:
Oplossing 1: Afkopen pensioenaanspraken zonder nieuwe faciliteit (uitfaseren)
De staatssecretaris heeft voorgesteld om met een tijdelijke maatregel het pensioen in eigen beheer op een fiscaalvriendelijke wijze af te kopen. Dit zogenoemde “uitfaseren” kent twee stappen:
1. Afstempeling:
De pensioenverplichting kan zonder fiscale gevolgen worden afgestempeld van de waarde in het economische verkeer naar de fiscale waarde, zodat voor de vennootschapsbelasting de commerciële en fiscale waarde gelijk zijn.
2. Afkopen:
Vervolgens kan het pensioen worden afgekocht door 70% van de fiscale waarde van de pensioenverplichting vóór afstempeling in de loonheffing, zonder heffing van revisierente, te betrekken.
Zowel de afstempeling als de afkoop zijn niet verplicht. De DGA kan hiervoor kiezen. Het voorstel is om de DGA’s de afkoopmogelijkheid slechts in 2017 voor te leggen. Als de DGA besluit niet tot afstempeling over te gaan, dan worden hun huidige pensioenaanspraken gerespecteerd. Maar, over toekomstige dienstjaren kan geen pensioen in eigen beheer worden opgebouwd. Dit zal dan bij een externe verzekeraar moeten gebeuren.
Een alternatief is om slechts af te stempelen en de fiscale waarde om te zetten in een oudedagsverplichting. De staatssecretaris heeft overigens toegezegd dat DGA’s die de pensioenopbouw in eigen beheer al hebben stopgezet, eveneens een beroep op de afkoopregeling kunnen doen.
Oplossing 2: Oudedagssparen in eigen beheer
Een andere optie is volgens de staatssecretaris het oudedagssparen in eigen beheer. Dat houdt in dat jaarlijks een maximaal een bepaald percentage van het loon opzij wordt gezet binnen de vennootschap. Jaarlijks kan worden gekozen of en zo ja voor welk bedrag geld opzij wordt gezet ten behoeve van het oudedagssparen. De DGA heeft hierop een juridisch afdwingbaar recht, zodra de opbouw een aanvang heeft genomen. Het in het oudedagssparen gestorte bedrag groeit aan met een marktrente gebaseerd op het U-rendement. Uiteindelijk moet het oudedagssparen worden aangewend voor het extern bedingen van een lijfrente.
Welke oplossingsrichting gekozen gaat worden is onbekend. De staatssecretaris heeft er alle belang bij dat dit dossier zo snel mogelijk wordt opgelost. Hij is zich er echter van bewust dat het tijd kost om tot een voorstel te komen waarin partijen zich kunnen vinden.
Wordt vervolgd! We houden u op de hoogte!