Sinds 1 januari 2010 worden verhuurde woningen in box 3 gewaardeerd op de WOZ-waarde. Dit is de hoofdregel, waarop – hoe kan het ook anders – nadere regelgeving is gekomen.
Immers, als huurders onder de huurbeschermingsregels vallen, wordt voor de waardebepaling in box 3 (van de verhuurder) rekening gehouden met de lagere waarde wegens de verhuurde staat. Waardebepaling vindt dan plaats door middel van de zogenoemde leegwaarderatio.
In een arrest van 3 april 2015 heeft De Hoge Raad – kort gezegd – geoordeeld dat een belastingplichtige (in deze situatie een verhuurder van vijf woningen) géén rekening hoefde te houden met de leegwaarderatio als deze waarde zou uitkomen op een waarde die 10% of meer hoger lag dan de werkelijke waarde.
Kortom: als de leegwaarderatio van een verhuurde woning (met huurbescherming) uitkomt op een waarde die 10% of meer hóger is dan de werkelijke waarde van de woning, dan mag de waarde van de woning op de werkelijke waarde worden gesteld. Deze beoordeling kan worden toegepast op elke verhuurde woning afzonderlijk.
Voor verhuurders van woningen met huurbescherming een interessante zaak. Het kan het box 3-vermogen behoorlijk omlaag brengen.